Fragment 1
Ik word zo moe van jullie, van jou!’ schreeuwde Mounna over het hoofd van haar broer Omar die toevallig in de hal kwam. ‘Het is niet tegen jou’, zei ze toen Omar verschrikt opkeek. ‘Maar tegen mama.’
‘Waarom ben je boos?
‘Nick geeft zaterdag een verjaardagsfeestje en ik mag er niet heen. Iedereen zal er zijn, behalve ik. Ook Latifa gaat erheen.’ Dat laatste was een leugen.
Omar pruttelde ongeïnteresseerd met zijn lippen. ‘Dan blijf je toch gewoon thuis.’
‘Jij bent nog te klein om te beseffen hoe leuk zo’n feestje is.’
Ze sloeg de voordeur van het rijhuis met een klap dicht. De woede kookte in haar hoofd. Niets mocht ze. Zelfs niet eens sporten of met andere meisjes naar de bioscoop gaan. Enkel naar de moskee om te bidden, de Koran te lezen en Arabisch te studeren. Nou, dat liet haar koud. Het lukte toch niet. Daarom spijbelde ze al meer dan een jaar bijna al de lessen in de moskee. Net zoals Latifa, met haar in de stad rondlopen was zoveel leuker. Ze moest alleen opletten dat ze buren of familie ontweken die hen konden verraden. Maar dat maakte het extra spannend.